woensdag 24 juli 2013

13 mei Suriname en waar een airco wel niet goed voor is

Regen, regen en nog eens regen. Het is ergens midden in de nacht begonnen met regenen en nu het al lang en breed ochtend is regent het nog steeds pijpestelen. Met bakken tegelijk uit de hemel is eigenlijk een betere omschrijving. We leggen ons erbij neer en blijven gezellig in bed liggen. De regen klettert keihard op het golfplaten dak van de carport en dat klinkt bijna alsof we in een tent liggen. De klamboe gooit nog een schepje bovenop het kampeergevoel. We zetten de airco op een frisse 25 graden en kruipen lekker tegen elkaar aan. Verder doen we helemaal niets

Nou ja niets……

We maken als middageten pompoen soep en bedenken wat we in de avond moeten gaan eten en we verbazen ons over een grote tor met voelsprieten op de plek waar ogen horen te zitten. De voelsprieten volgen de beweging van je hand als je die richting het beest brengt. Ik probeer ze in de knoop te krijgen door met mijn hand rondjes te draaien boven zijn hoofd. Het lukt niet.
Na de soep doen we even een dutje, als het zo regent zijn er veel meer muggen lijkt het wel, er zijn in ieder geval meer muggen op de veranda. Mijn benen zitten al heel snel weer helemaal onder de grote rode bulten die echt verschrikkelijk jeuken! Het is bijna onmogelijk om niet te krabben. We zoeken dus afleiding in de slaapkamer.

Zelfgemaakte friet met hamburgers, dat wordt het avondeten hebben we besloten. En dus moeten we naar de chinees aan de andere kant van de stad. Het is gelukkig even droog aan het eind van de middag en we lopen rustig die kant op. Zijn we er even lekker uit. Deze chinees heeft het hele assortiment van Mora in de vriezer liggen en ze verkopen verschillende soorten wijn. Met wijn hamburgers aardappelen en komkommers lopen we door de regen weer terug. Het was ook te mooi om waar te zijn.

“Elise! Kom je kijken?”Roept de buurvrouw van boven. De rouwadvertentie van haar onlangs overleden neef is op tv en de hele familie zit voor de buis in de woonkamer. Een zelf in elkaar gedraaid filmpje wordt een half uur lang uitgezonden. Veel foto’s en de rouwkaart wisselen elkaar af onder begeleiding van een lekker muziekje. Het heeft wel iets. Er is een druk gesprek gaande over hoe dat heeft kunnen gebeuren. Hij is verongelukt met de auto in Rotterdam. Er is niets meer over van de wagen zien we op het Nederlandse journaal. Iedereen wil dus naar Nederland, en waar normaal gesproken de vliegtuigen half vol zitten zijn ze nu tot aan de nok toe gevuld. De schoonzus zus van de buurvrouw is ten einde raad. “Ik moet afscheid nemen van mijn neef toch, hoe kan het dat er geen enkele ticket meer te krijgen is?” Iedereen schudt vol ongeloof zijn hoofd. Tot zover niet veel vrolijks hier.

Tot het moment dat de Palm op tafel komt. Deze wordt weer op een andere manier gemixt dan gisteren. Veel ijs, een beetje water een beetje rum en een beetje cola of fernandez. En omdat de zoon van de schoonzus van de buurvrouw op bezoek is uit Nederland en nog een andere kennis uit Almere Haven, komen er frikadellen en kroketten op tafel. Het feest kan beginnen.
De man uit Almere Haven is al helemaal vernederlandst. Hij rijdt op een keurige herenfiets en heeft een blauw, wit, rood ruitjes overhemd. Hij praat ook een stuk Nederlandser. Als het over de staat van de wegen gaat en de indeling daarvan dan krijg ik genadeloos op mijn lazer. “je had het moeten zien hier toen de generatie van jouw ouders hier wegging! Toen was het hier één grote modderpoel!”
De Nederlandse zoon van de schoonzus van de buurvrouw schrokt nog een frikadel op en klaagt dat hij een hamburger wil, een echte Hollandse, van de MacDonalds ofzo. ja naast fietspaden missen ze hier ook een MacDonalds, komen we overeen. De schoonzus, die is opgegroeid in Rotterdam, vindt het in Suriname hoe dan ook beter dan in Nederland. “Als ik nog terugdenk aan die koude winters, ik zie me nog staan koukleumen bij de tramhalte of op zo’n koud treinstation. Brrrrrrrrrr ik krijg er nog de rillingen van!” Rilt ze nog na. “Ik mis wel iets aan Nederland hoor. Het slapen onder een dekbed. Maar daar hebben we wat op gevonden. We zetten de airco gewoon op 17 graden in de slaapkamer en dan kunnen we lekker onder onze Nederlandse dekbedden liggen. Word ik lekker wakker met een koud neusje. Net als in Nederland toch!”
Tja……lang leve de airco.

dinsdag 23 juli 2013

12 mei Suriname Krabben en Palm

KRAAAAAAAAAK! Met veel kracht en zonder blikken of blozen trekt onze gids Dinesh het rugpantser van de zojuist gevangen krab. Met zijn scharen grijpt hij wild om zich heen en de rest van zijn pootjes spartelen onrustig.
Voor even althans.

Elise gruwelt van deze dierenmishandeling en uiteindelijk vraagt Dinesh om zijn mes om definitief een einde te maken aan het leven van de krab. Waarvan hij zegt dat dat allang ten einde was. TJAK. Het mes verdwijnt in het open liggende krabbenlijf en met veel geweld hakt hij het lijfje doormidden. De poten blijven bewegen. “Nu geloof je toch wel dat hij echt dood is toch?” Vraagt hij aan haar. Ze knikt. Ik ben stiekem ook opgelucht dat ik nu zeker weet dat het beestje ter ziele is.

We zijn in Bigi Pan, een natuurgebied in Nickerie. Het is de grootste open water lagune van Suriname en dus is het een zeer goede plek om vogels te spotten. We varen mee in het bootje van Dinesh. Dinesh is verpleger in het streekziekenhuis maar doet dit erbij om een centje bij te verdienen. Echt heel slecht gaat dit niet want hij kwam in een spiksplinternieuwe minivan aanrijden. Het busje heeft alles er op en eraan. Hij is verlaagd, de bekleding is van wit leer. Het dashboard is prachtig afgewerkt en heeft allemaal handige houdertjes waar flesjes, bekers of blikjes stevig in blijven staan. Ik heb het halve liter blik Parbo bier niet één keer zien schommelen! “Bier wordt hier gezien als frisdrank, als je gaat drinken neem je rum toch.” Beantwoord hij mijn verbaasde vragende blik.

Bij de aanlegplaats van de lange smalle boot ligt een kerel in een kruiwagen te slapen. Dinesh trapt tegen de kruiwagen en de man schiet wakker. Hij lacht als Dinesh uitlegt dat hij komt helpen maar dat hij dacht dat we vanmorgen al weggingen, toen hier niemand was is hij maar gaan drinken. Logisch.

Wiebelend en kuchend loopt hij over de smalle steiger naar het bootje. Ik kijk het aan hoop dat het goed gaat. De man komt uit Brits Guyana en is dus een vluchteling en dus dakloos en waarschijnlijk verslaafd. Verslaafd aan drank maar ook aan drugs. Nickerie is een doorvoerhaven van cocaïne en crack heb ik mij laten vertellen. Zonder verdere kleerscheuren weet hij zijn plek voor in de boot te vinden nadat hij ons heeft los geduwd.

We varen over de Nickerie rivier naar de oversteekplaats. De lagune bevindt zich aan de nadere kant van de dijk en oversteken kan maar op een enkele plaats. Dit oversteken gaat met veel geweld en mankracht. De oversteekplaats bestaat uit stalen rollen die over het dijkje zijn geplaatst. Het is dus zaak om de boot er tegenaan te varen en dan te gaan duwen. De boot vanaf de andere kant doet het zonder duwen. Die ging hard genoeg om in een keer naar boven te glijden. Dinesh wil zijn boot liever nog een tijdje houden. We moeten dus helpen met duwen en trekken. Aan de andere kant van de dijk ziet de wereld er heel anders uit. Aan weerzijden van de smalle kreek staan bomen half in het water. De walkant zit vol gaten waar ijsvogels en krabben huizen. In de bomen zitten kleine annies, grote annies, grietje bies, krabbenwouwen, slakkenbuizerds, witvlekbuizerds, kleine zilverreigers, grote zilverreigers (die wit zijn) en met een beetje geluk gaan we ook nog Rode Ibissen zien.

Het water is heerlijk warm merk ik als ik mijn hand in het water steek. Dinesh staat ondertussen voor op de boot met een net Tilapia te vangen en de Guyanees stroopt de walkant af naar krabben. Die hij vervolgens in een emmer flikkert die op de boot staat. Van een afstandje. De krabben kruipen er net zo snel weer uit, boos en bang en dat is te zien aan de scharen. Dinesh besluit een eind te maken aan deze toestand en pakt zijn mes. We varen ondertussen rustig verder.
Aan het eind van de kreek begint er een gigantisch meer, her en der in het meer staan houten huizen op hoge palen. Rood, blauw groen, pastel, de meesten kunnen wel een nieuw likkie verf gebruiken. Hier overnachten vissers als ze in de nacht gaan vissen. Of toeristen op een toertje. Ik had al begrepen van Elise dat dat niet perse heel leuk is en dat gegeven wordt bevestigd als we even langs een hut gaan waar toeristen gaan overnachten. De gidsen hebben al heel snel geen oog meer voor hun gezelschap maar alleen maar voor ons nieuwkomers. Een oudere toerist probeert zich te bemoeien met het poseren met het jachtgeweer, maar hij wordt zonder veel woorden aan de kant geschoven. “ja maar ze doet het helemaal fout! Ik heb in het leger gezeten hoor……” Mekkert hij nog even na.

Ondertussen krijg ik een uitleg over het gebruik van Palm. De rum uit Mariënburg met een alcoholpercentage van maar liefst 90%! “Als je puur drinkt is het alleen maar goed om je maag te reinigen toch.” Legt Mantje uit. “We drinken het dus met een ruime hoeveelheid cola. Nou ja ik. Er zijn ook veel mensen die het puur drinken hoor. Maar die zijn niet goed toch.”
Duidelijk verhaal Mantje. Ik krijg een glas van het verraderlijke mixje en neem voorzichtig een slok. Het valt mee, hij heeft er genoeg cola bij gedaan. Voor één keer kan ik die gewone cola wel handelen. Het hoge alcoholpercentage in de palm heft een groot deel van de suikers in de cola wel op. Het is hier best lastig om cola light te krijgen. In de supermarkt staat het meestal wel maar je kan er niet van uit gaan. En op dit soort tripjes nemen ze het al helemaal niet mee. Cola, Fernandes, sap, bier, Palm en Borgoe. Dat is dus wel even opletten.

Aan de horizon vliegt een groep rode ibissen tegen de bijna ondergaande zon. We varen terug. Het moet hier heerlijk stil zijn als iedereen een fluisterboot zou hebben. Helaas werkt dat niet zo hier, hoe harder hoe beter!
Met een zak vol schoongemaakte krabben lopen we weer het huis in. Ik zet de pan op het vuur en spoel de krab nog eens goed af met echt schoon water. De smaak is een beetje gronderig en er zit bijna geen vlees in de beestjes. Dat wordt alsnog trimmen naar de chinees.


dinsdag 9 juli 2013

11 mei Suriname. Gelukkig is trimmen geen trimmen

Wakker worden gaat niet zo heel lekker. Het was ook laat en het werd nog later. Ik kijk naast me en kijk in twee hele lieve slaperige ogen. Deze dag gaat er niet veel gebeuren vrees ik. Ik stap uit bed om koffie te maken en wat snoepjes te eten. Het dansen, de warmte, en de Borgoe zorgen voor hypo’s, alcohol breekt namelijk suiker af en het dansen ook en warmte ook. Dit wist ik van te voren dus ik ben er op voorbereid. Wine gums en gewone cola liggen in de aanslag. Als de koffie klaar is is mijn suikergehalte ook weer normaal en ik breng de koffie naar de heerlijke koele slaapkamer. Als de koffie op is zetten we een tweede kopje, daarna zouden we eigenlijk wel een keer moeten gaan douchen.

Zo’n dag dus, heerlijk.

Aan het eind van de middag is er een trimloop, georganiseerd door het ziekenhuis. We doen ook mee hoorde ik gisteren. Alleen moet ik eigenlijk niet denken aan trimmen in deze warmte en in deze staat. Ik word uitgelachen: “nee joh, trimmen is rustig lopen hier.”
“Ohh wandelen dus?” Reageer ik opgelucht.
“Ja voor jou is dat wandelen, maar hier is wandelen weer iets anders. Dat is in een auto heel langzaam rondjes rijden.” Legt Elise me uit. “Kom we gaan naar de chinees, we hebben niks te ontbijten in huis.”
“Kunnen we niet gewoon een broodje halen?” Vraag ik bezorgd en verbaasd over het feit dat ze nu al zin heeft in chinees.
“Oh ja dat weet je natuurlijk ook niet, de ‘Chinees’ is hier de supermarkt. Omdat de supermarkt eigenlijk altijd van een Chinees is. Als je boodschappen gaat doen dan ga je dus naar de Chinees.”

Tja.

We gaan chinezen dus, om het allemaal nog verwarrender te maken. De chinees ziet er uit als een loods met rekken waar producten in staan die je normaal gesproken in een supermarkt terug vindt. Het is aan te raden om goed te kijken naar de houdbaarheidsdatum hier. Want de chinees doet dat denk ik niet. De Chinezen zijn niet per se heel onvriendelijk, ze communiceren alleen niet zo makkelijk. Ze spreken geen Engels, laat staan Nederlands of Surinaams. Hoe ze de boel draaiende houden is me dan ook echt een raadsel. We hebben broodjes en beleg en wandelen, ….ehhhh… Trimmen weer rustig terug naar huis.

De trimloop blijkt best wel een groot evenement te zijn. Er gebeurt hier niet zo heel veel hier dus als er iets gebeurt doet iedereen ook lekker mee. De regionale televisie is ook uitgerukt en staat met verschillende camera’s langs het parcours. We beginnen met het volkslied, daarna volgt een hysterische warming up om daarna te gaan….ehhh…….trimmen. Ik heb begrepen dat deze trimloop is om lichaamsbeweging te promoten. Obesitas en alle gevolgen van dien zijn in Suriname echt een probleem. Ze houden hier namelijk heel erg van wandelen.

Een drumband gaat voorop en leidt de dans door de straten van Nickerie. Vol enthousiasme swingen de eerste mensen er achter aan. Alle lagere scholen en sportverenigingen doen mee en die komen er dan ook langzaam achter aan. De judo club in judopak, de kleine voetballertjes ook in tenue en de schoolkinderen in hun schooluniform. Het is net de avondvierdaagse.

Langs de kant van de weg staan of zitten mensen toe te kijken hoe wij vrolijk door de straten stappen. Zoals altijd met dit soort dingen kijken de mensen voor wie het echt belangrijk is toe. Met een sigaret in de ene hand en een fles Parbo bier in de andere zien ze allemaal slanke mensen voorbij komen. Maar ja je moet ergens beginnen en hopelijk krijgen ze de geest door het zien van ons.
Aan de finish krijgen we cola light, wat ook echt gepromoot moet worden want ze drinken hier alleen maar hele zoete drankjes, en we krijgen een mierzoet Fernadez ijsje. Ja de logica ontgaat mijn ook. En het wordt nog mooier. Aansluitend is er namelijk een feestje bij de directeur van het ziekenhuis. De Parbo is gratis,de roti goed gevuld en het toetje lekker zoet. De muziek staat weer keihard en ik herken de DJ en zijn gevolg van het feestje van gisteren. De wandeling was denk ik een kilometer of vier maar iedereen zit uitgetelt op de nieuwe tuinstoelen zijn roti te eten. Om deze weg te spoelen met Fernandez, cola of Parbo bier.

Cola light hadden ze helaas niet.

maandag 8 juli 2013

10 mei Suriname, Swingen in Nieuw Nickerie

In Nieuw Nickerie staat een redelijk groot ziekenhuis. Voor Surinaamse begrippen althans. Nieuw Nickerie is de tweede stad van Suriname en niet geheel toevallig is dit ook het tweede ziekenhuis. Het specialistische deel van het ziekenhuis is totaal afhankelijk van Nederlands. Veel gepensioneerde Nederlandse artsen vullen hun laatste effectieve jaren hier in. Hun kennis en ervaring zijn hier zeer bruikbaar want Suriname loopt helaas niet over van de artsen.
De rest van de artsen bestaat uit jonge Nederlanders die het vak willen leren en wel zo snel mogelijk. Die meer willen dan alleen maar toekijken tijdens hun co schappen en die misschien ook wel wat meer lol wil hebben dan ze in een Nederlands ziekenhuis kunnen hebben. Er zitten hier dus veel jonge artsen, net afgestudeerd, die vooral ervaring op willen doen. Ervaring in het vak en in het leven. Ze worden hier namelijk direct voor de leeuwen en in het diepe gegooid. Een prima leerschool dus hier. Op de eerste hulp worden mensen binnengebracht die gif hebben gedronken maar ook mensen die teveel gedronken hebben en toch in een auto zijn gestapt, tot vrouwen die lens zijn geslagen door hun man. Die worden dan uiteindelijk weer opgevangen door psychologen. Juist, Nederlandse

Drie van deze artsen nemen afscheid op de dag dat ik voor het eerst wakker word in dit rare stadje in het westen van Suriname. Een stadje dat haar enige onstaansrecht ontleent aan het feit dat ze rijst verbouwen. En alleen omdat wij Hollanders dat zo bedacht hebben een tijdje geleden. Hier wonen dan ook niet zoveel Creolen, nee dit is het domein van de Hindoes. Iets wat snel duidelijk wordt als ik een rondje door de tuin loop. Elise moet deze ochtend nog even werken en dat geeft mij de gelegenheid rustig wakker te worden, wat te lezen en de tuin bij daglicht te bekijken. Tussen de weelderige planten, struiken en bloemen zie ik een beeldje van een hindoe god staan met een klein offerplateau ervoor, er achter wapperen drie vlagen lustig in de warme wind. Al snel kom ik er achter dat er heel veel verschillende torretjes, hagedisjes, vogeltjes en bloemen leven. Als ik naar boven kijk zie ik een grote groep gieren rondcirkelen die omstebeurt neerstrijken in de grote palmboom naast het huis. De warmte en de lange reis eisen echter al snel hun tol. Ik ga ff op bed liggen met de airco op standje vrieskist. Elise maakt me met lieve kusjes wakker.

Maar goed, er werd afscheid genomen. En daar hoort een feestje bij. Voor mij dus een goede kans om iedereen in één keer te leren kennen, Ik ken alle namen en weet de verhalen via Elise. Het begint om zeven uur en ik vraag in mijn naïviteit wat we gaan eten voordat we er heen gaan. We moeten natuurlijk wel een klein bodempje leggen. “we zijn hier in Suriname schat, op feestjes is hier altijd genoeg te eten.” Lacht ze me een beetje uit. Daarbovenop komt dat de buurvrouw gevulde roti heeft gemaakt, en die worden altijd gedeeld. Dus nog voordat we ook maar onderweg zijn is onze maag eigenlijk al gevuld. Gevulde roti betekent dat er ook fijn geprakte aardappel in het deeg zit. Naast de bloem. Lekker veel koolhydraten dus, één roti is al bijna een hele maaltijd dus. Ik kom er al snel achter dat ik erg moet opletten wat ik hier. Snel reken ik uit hoeveel ik zou moeten spuiten, in gedachte houdend dat we straks ook weer kip en rijst voorgeschoteld krijgen. Ik controleer mijn bloedsuiker en verbaas me enigszins over de keurige waarde. De insuline werkt dus prima hier!

De muziek staat hard, iets wat in Suriname heel normaal is. je danst hier op zulke gelegenheden. Kletsen doe je maar op een ander moment. Het gezelschap is heel divers, Zo zijn er de Nederlandse artsen die allemaal onder de dertig zijn. De gepensioneerde specialisten waarvan er één Chinees is. Het verplegende personeel is voornamelijk van Hindoestaanse afkomst, en er loopt een creool rond en een kerel uit Guyana en de DJ en zijn gevolg kan ik moeilijk plaatsen maar ik gok ook creools. En oja, de ouders van Linda, de baas van de psychologen. Bier wordt geschonken uit grote glazen literflessen en de Surinaamse bruine rum (Borgoe) wordt aangelengd met ijs.

En een beetje cola.

Van alles is er genoeg, gelukkig want het is echt fucking warm! De temperatuur daalt hier niet ’s avonds en het blijft dus met gemak dertig graden. Daar komt bij dat we met veel mensen redelijk dicht op elkaar staan. Dansend. Nou ja, de Hollanders bewegen een beetje heen en weer, en in het begin natuurlijk alleen de meisjes. De mannen staan gegroepeerd moed in te drinken. De Surinaamse mannen maken hier dankbaar gebruik van. Ik besluit het niet zover te laten komen en dans alsof mijn leven er van af hangt. We krijgen een complimentje. We kunnen er geen reet van maar het ziet er wel heel erg gezellig uit.
Battlen! Hindoestanen en creolen hebben een hele andere benadreing van dansen. Hindoestanen doen als ze in een bollywood film zitten en maken hele rare hand en voet bewegingen terwijl de creolen zwingerder zijn. Ze doen elkaar dan ook regelmatig na waarna de ander weer nog meer zijn best gaat doen. Ik kijk vooral goed en tel het ritme mee, ik krijg de smaak te pakken en druk mijn liefje dicht tegen me aan en swing de pan uit.

Ondertussen staat de vader van Linda stil in een hoekje te kijken naar zijn vrouw. De Borgoe valt lekker en ze gaat helemaal los. Een grote Surinaamse kerel is dit ook opgevallen en besluit om haar een beetje danstechniek bij te brengen. Hij leidt de dans met zijn heupen, stevig tegen die van haar. Een glimlach van oor tot oor siert haar gezicht en ze kan een klein gilletje niet onderdrukken. Vol verbazing kijken de feestgangers naar dit schouwspel, ‘Die gekke moeder van Linda toch’
Ik heb wederom goed opgelet en kopieer de heupbewegingen tegen die van Elise, een glimlach van oor tot oor siert haar gezicht. We moesten zo maar eens naar huis….

dinsdag 2 juli 2013

9 Mei in Paramaribo toch

Ik loop de heerlijk koele slaapkamer uit in guesthouse Famiri (waarover een andere keer meer). BAM!! ik stoot heel hard mijn hoofd. Dat was ik even vergeten van gisteren.
Snoeihard en onverbiddelijk knal weer ik met mijn hoofd tegen de Surinaamse hitte. Het duizelt me een paar tellen voordat ik door heb wat er aan de hand is. “Kan je nagaan” lacht Elise achter me. “En dan hebben we de airco nog steeds op 27 graden staan. Dat is dus niet zo heel koud toch?”

Nadat ik van de schrik ben bekomen en de sterretjes voor mijn ogen verdwenen zijn pak ik koffie en ga zitten aan de ontbijttafel. Het is de bedoeling naar de vlindertuin te gaan, niet het meest spannende uitje in Suriname maar voor een eerste dag wel lekker en tussen vier en vijf staat er ook nog eens een busje klaar om ons naar Elise haar thuisbasis te brengen in Nieuw Nickerie.

We gaan met de taxi naar de vlindertuin, het is enigszins moeilijk te bereiken en dit is verreweg de beste manier. De terugweg zou geen probleem moeten zijn met een stuk wandelen, een busje en dan overstappen op nog een busje. We hebben dan geen idee hoe het werkt met de busjes hier. maar het klinkt prima als Hennie van het guesthouse het rustig vertelt.
De Javaanse taxichauffeur, een neef overigens van de taxichauffeur die ons gisteren van het vliegveld terug naar Paramaribo bracht, lacht om alle rare Creolen en Hindoestanen in hun dure auto’s. “Maar thuis hebben ze nog niet eens een stoel om op te zitten toch. En hun tuin is ook een zooitje toch. Als je een nette tuin ziet dan weet je zeker dat er een Javaan woont toch.” Besluit hij zijn betoog.

‘Toch’ is trouwens bedoeld om je zin mee te eindigen hier, of het nou een vraag is of niet. Ja toch.

In de Vlindertuin volgen we het levenspad dat een vlinder aflegt. Van eitje tot rups tot cocon tot fladderende schoonheid. En het is echt heel corny maar de vlinders in mijn buik worden steeds drukker. Ik kan mijn liefje weer met eigen ogen aanschouwen. In levende lijve en in vol ornaat!
Ondanks de warmte houden we elkaar vast en staan we steeds dicht bij elkaar. Het is echt tof om te merken dat ze dezelfde fascinatie voor beestjes heeft als ik. Als twee kleine kinderen rennen we vol verbazing achter alles aan wat beweegt. Van een oversized pad tot een torretje met voelsprieten in plaats van ogen tot een luid zoemende kolibrie, alles vinden we even bijzonder en leuk. Het maakt me heel gelukkig.

Ondertussen heb ik mijn derde hypo te pakken. De warmte, het vreemde land en de opwinding drukken zwaar op mijn energievoorraad. Of de insuline gevoeligheid is een stuk hoger, dat kan ook. Door de warmte stroomt mijn bloed een stuk harder en dus gaat de insuline veel sneller door mijn lichaam. Ik moet even snel wat eten maar wil het niet laten blijken maar door de hypo wordt ik wel een stuk chagrijniger wat ik natuurlijk ook probeer te verdoezelen. Het lukt niet, Elise heeft het direct door en wil me helpen door even te gaan zitten en wat te drinken voor me te halen. Ik ben koppig en zeg dat het niet nodig is. Ze snapt het niet. Communicatie is niet mijn beste eigenschap en als ik een hypo heb dan gaat het al helemaal niet. Daarnaast wil de pret niet drukken en me niet aanstellen. Het duurt een cola en een zakje bananenchips voor ik weer normaal kan doen.

De twee kilometer lange wandeling is in deze omstandigheden een stuk zwaarder dan we ooit hadden kunnen bevroeden. Aan het eind van de weg kunnen we de locale bus nemen naar Paramaribo. Het lopen gaat, maar niet van harte. De verzengende hitte brand keihard op ons hoofd en ik wil het liefst de fles water over mijn hoofd gooien. Auto’s rijden rakelings langs op de smalle weg met een snelheid die zich beter leent voor een racebaan. Ondertussen hopen we hardop dat we de bus niet net gemist hebben en we een uur ofzo moeten wachten.

We gaan harder lopen.
We zien tientallen busjes staan op een soort parkeerplaats. Het zijn kleine modellen en ze zien er allemaal anders uit. Allemaal kitsch, en kleurig. Dat wel. We vragen aan de rasta chauffeur, die het busje voor in de rij bezit, of hij naar Paramaribo gaat. “Ja toch.” Zegt hij relaxed. Op de vraag hoe laat hij gaat rijden krijgen we een typisch Surinaams antwoord. “Als we vol zitten toch.”

We stappen het gammele busje in. We worden aangestaard alsof we een Siamese tweeling zijn. Onze soortgenoten nemen dit transportmiddel nooit klaarblijkelijk. Alle ramen staan open, het volume van de muziek staat op tien en iedereen eet. Als we denken dat alle bankjes bezet zijn en we dus kunnen gaan rijden blijft hij nog steeds staan. Er klappen uiteindelijk in het gangpad nog wat zitplaatsen uit. Als die bezet zijn gaan we op weg. 300 meter later stopt hij alweer en stapt er iemand uit. Nog eens 250 meter verder stoppen we weer en stapt er iemand in. Het lijkt er op dat hij stopt als er iemand langs de kant staat of als er iemand uit moet stappen. Navraag aan een medepassagier leert ons dat dit inderdaad zo is. Ik vond iedereen al zo laat op het knopje drukken. Anderhalf uur en honderd stops verder zijn we er. Kosten: 3 srd voor allebei. Dit is nog €0.75.

We stappen in het volgende busje om naar Famirie te komen. Na vijf minuten zijn we er. We hebben niet het lef om te blijven zitten tot waar we echt moeten zijn. 100 meter voor onze straat stapt er net iemand in, dat stukje lopen we wel. Kosten: 2.5 SRD
Tijdens de korte wandeling worden we gebeld door het taxibusje dat ons naar Nieuw Nickerie moet brengen. Hij is er al. Een half uur te vroeg! Haast dus en we vragen ons af waar het hier mis gaat. Het is half vier en we zouden opgehaald worden tussen 4 en 5!
We zitten. Hennie zwaait vanachter het hek alsof hij zijn kinderen uitzwaait. Vier uur later komen we aan. Na twee bijzondere tussenstops. Ik weet het zeker, over dit land valt genoeg te schrijven en te vertellen.

vrijdag 28 juni 2013

8 mei 2013 Amsterdam-Paramaribo

Het vliegtuig instappen is op zich al een hele beleving als je naar Suriname gaat. Iedereen schijnt elkaar te kennen en iedereen staat dus uitgebreid te ouwehoeren. Zelfs de langslopende crew is voor minstens de helft van de reizigers een bekende.
Ik sta rustig in de rij te wachten totdat ik mijn handbagage en lichaam mag laten doorlichten, letterlijk en figuurlijk, als een Surinaamse dame tegen me begint te kletsen. “Ben je al eerder in Suriname geweest?” “oh Spannend!!” “En wat ga je daar doen?” En je zal wel wat aankomen daar met al dat lekkere eten!” “Normaal ga ik nooit met SLM (Surinaamse Luchtvaart Maatschappij)hoor maar ze hadden nu zo’n goede aanbieding! Je zal het wel zien straks, is echt een tweederangs maatschappij.” “Mijn dochter werkt en woont in Suriname, waar ga jij verblijven?” ‘Ze is daar verpleegster.”
Mijn antwoorden vervliegen in de vragen. We moeten door de scan.

Ouderen en zwangere vrouwen mogen voor. Dat voorspelt een hoop goeds over hoe men met elkaar omgaat in onze voormalige kolonie. Het vliegtuig zit vol met Creolen en Hindoestanen en één bleekscheet. De Creolen en Hindoes negeren elkaar een beetje maar het mannelijke deel daarvan heeft wel allemaal de zelfde eigenschap. Ze staan op hoekjes verdekt opgesteld. Nu had ik dat op straat in Amsterdam al eens gezien maar dacht altijd dat het dealers waren. Ze doen het in het vliegtuig dus ook.

Omstebeurt

Ze nemen plaats achter een soort afscheiding bij de toiletten. Eerst dacht ik echt dat er steeds iemand stond te wachten maar uiteindelijk zag ik ook steeds iemand het toilet ingaan en weer uit komen. De man achter het schermpje spreekt de toiletbezoeker steevast aan. Bij de wat jongere vrouwen doet hij iets beter zijn best en houdt hij de deur open. Als hij daarmee klaar is dan kijkt hij om het hoekje van het scherm, waarom is niet helemaal duidelijk, het kan twee doelen dienen. 1: hij kijkt of al zijn mannelijke vrienden het wel gezien hebben, en 2: hij kijkt of zijn vrouw niet boos is.
Uiteindelijk kijkt zijn vrouw een keer boos natuurlijk en keert hij terug naar zijn plek, de plek bij de toiletten wordt direct weer ingenomen. En het spelletje herhaalt zich. Als ik naar de wc ga blijft het stil.

Het cabine personeel blinkt uit in verscheidenheid. Waar bij alle andere maatschappijen het personeel allemaal hetzelfde lacht, het zelfde loopt en hetzelfde zegt is het hier totaal andersom. Er loopt een strenge tante, een femme fatale en een flirterige playboy (hetero).De flirterige playboy loopt in mijn pad. Dit resulteert in een matige bediening want hij besteedt veel meer aandacht aan de vrouwen. Mijn achterbuurman vindt dit geheel vanzelfsprekend. Zijn vrouw kijkt hem vragend aan.

Ondertussen denk ik maar aan één ding. Mijn lieffie staat straks op me te wachten. Drie maanden is lang en ik hunker naar haar armen om me heen, haar glimlach haar kussen en nou ja dat. Na negen uur lang naar alleen maar wolken te hebben gekeken, in alle mogelijke vormen, dat wel, komt er eindelijk land in zicht. We zijn er! Bijna
We vliegen boven één grote groene massa, doorspekt met rode wegen. Gelukkig, het is duidelijk anders dan Nederland. Er lijkt geen einde aan te komen terwijl ik dacht dat het vliegveld redelijk dicht bij de kust lag. Maar uit het niets is daar de landingsbaan met aan het eind een gebouwtje. De aankomst hal.






















De aankomsthal!!!!!!!!

Daar staat ze! Mijn hart begint sneller te kloppen, ik krijg het ineens heel erg warm en ik sta direct mijn tas uit het bagageluik te sleuren zodra het mag. ‘Schiet op!!!’ Denk ik als iedereen rustig kletsend in het gangpad blijft staan om weer iemand er tussen te laten. Ik stap eindelijk het vliegtuig uit.

BAM!!

De vochtige warmte slaat me hard in het gezicht, het is drie uur in de middag en de zon straalt als een malle lijnrecht boven mijn hoofd. We moeten een meter of 300 lopen. Wat op zich wel ff lekker is. ik wil eigenlijk rennen maar daar vindt ik het nu al te warm voor. Dan de douane nog en dan de ook nog de koffer. Pffffff dat duurt nog wel een uurtje.
Of twee, de douanier werkt in een vernietigend traag tempo en mijn koffer komt als aller- aller- allerlaatste. Ik kan net niet de aankomsthal inkijken of ze er is. maar ik voel haar aanwezigheid. Als ik eindelijk de bagageband verlaat sprint ik naar buiten! Daar staat ze! Mijn lieffie!
We omhelzen elkaar en knuffelen elkaar en knijpen elkaar fijn. Eindelijk! Samen een hele maand Suriname ontdekken!

vrijdag 12 april 2013

Blind voor de gevolgen



Vol ontzetting luister ik naar het verhaal over een 42-jarige man uit Nickerie. Er is al een aantal jaren geleden diabetes bij hem geconstateerd maar hij weigerde in eerste instantie behandeling, want tja: echt heel erg veel last had hij er niet van. De man is nu aan beide ogen blind, ziet dus niets meer, voor de rest van zijn leven.

Ik word boos als ik bedenk dat er geen bedrijf in Nederland te vinden is dat geld wil steken in de voorlichting en bestrijding van diabetes in Suriname. Nu begrijp ik dat de meeste Nederlandse bedrijven niets te zoeken hebben in Suriname omdat er eigenlijk niets te halen is. Er wonen niet veel mensen, ze hebben niets te verhandelen en echt iets invoeren doen ze ook niet. Kortom: Suriname levert geen geld op voor Nederlandse bedrijven en al helemaal niet in de zorgsector. Het verbaast mij dan ook meer dat er ook weinig tot geen Surinaamse bedrijven zijn die geld willen steken in projecten die ten goede komen van het welvaren van de bevolking. Zou er meer geld worden gestoken in voorlichting over bijvoorbeeld Diabetes dan had deze 42-jarige kerel waarschijnlijk nog gewoon kunnen zien.

Ik word nog bozer als ik bedenk hoe dit is gegaan, het is waarschijnlijk allemaal erg onnodig geweest. Was er dan echt niemand in de buurt die hem kon vertellen dat het verstandig was om zich wel te laten behandelen? Er zijn zoveel diabetespatiënten in Nickerie, er moet er haast wel ééntje in zijn omgeving zijn geweest die hem op de gevaren had kunnen wijzen. Ik ga er vanuit dat de ontdekkend arts hem heus op het hart heeft gedrukt dat hij behandeld moet worden. Artsen in Suriname zijn over het algemeen erg betrokken. Misschien dat zijn omgeving het stiekem ook wel prettig vond dat hij er niet zoveel aandacht aan besteedde. Niets vervelender dan iemand die op zijn voeding zit te letten als je lekker uitgebreid zit te eten. Ik zelf voelde mij er wel eens lullig onder. Hoe dan ook, niemand was dus echt bewust van de gevolgen.

Deze man heeft verschrikkelijk veel spijt nu, logisch ook maar er is niets meer aan te doen. Hij was blind voor de gevolgen. Hij wil ook nu zijn verhaal wel vertellen want hij gunt dit niemand. Ook vind hij dat duidelijker gemaakt moet worden dat diabetes een echte sluipmoordenaar is. Dat je niet direct dood gaat aan de gevolgen maar dat het een hele lange lijdensweg wordt. Ik wil deze man graag zijn verhaal laten vertellen, met nog een paar Surinaamse suikerpatiënten in Suriname maar ook in Nederland. Deze verhalen moeten de wereld in! Nou ja in ieder geval Suriname en Nederland.
Nu nog een beetje hulp met het bereiken van deze mensen. Letterlijk